Bloesem

 

De bloesem van de lente,
daagt me uit en lacht me toe.
Tijd om te gaan groeien,
ik voel energie en ben niet meer moe.
Jij bloesem, wonderschoon aangezicht,
Laat me genieten van het zachtroze en wit.
Ik zuig je schoonheid naar binnen.
Blijf nog even zitten waar je zit.
De bloesem waait uit de boom,
laat los, om plaats te maken,
waarbij vrijheid tot volle wasdom,
en volwassenheid kan geraken.
De straat is bezaaid met al die bloesems.
Met warme sneeuw word ik ingepakt,
en als ik dan naar boven kijk
zie ik hoe de boom zich verder vertakt.
Groene blaadjes reiken naar de zon.
In mijn ogen ontkiemt een twinkeling.
Hun levensverhaal is helder en duidelijk.
Moeiteloos volgen ze hun eigen ontwikkeling.
Ik knipoog naar de boom.
Ontelbare bloesems tonen hun overvloed.
Ik knipoog inwendig naar mezelf,
waardeer hoe Mijn natuur het doet.
Ik knipoog naar de wereld.
Vol vertrouwen mijn toekomst tegemoet!